zaterdag 26 maart 2011

40 dagen tijd - dag 20

Dit is een gedicht van Inge Lievaart uit de bundel 'Dialogisch'.

HET WIJZE WATER

Het water groef zich een weg,
een lange, hele lange weg,
van vroeger tot op vandaag,
naar laag, lager en laagst,
volhardend en wijs.

Ook vandaag is een dag van stromen
van verwonderen daarenboven,
een dag van schoolgaan van het oog:

Men heeft op dit punt, wat hoger
dan de oever, een overzicht
op het dal en de wonderlijk
bochtige weg die het water
volgen moet naar verval.

Zie het wendt zich, wijkend gewillig
uit de boog van de oever die keert,
niet omziende, al weer stromend
waar de overwalkromming het weert,
om wielende te vervolgen,
volhoudend wat het begon,
en nog of het pas is ontsprongen,
en nog als heeft het de tijd.

Wellicht dus heeft het bevonden
en weet het nu zonder spijt:
geen kortere weg dan de omweg.

Ik geloof dat ik het benijd.

_______________________________________________
Inge Lievaarts gedichten zijn literair, er zit dan ook veel achter.
De titel zegt het al: het water is wijs. We kunnen wat leren van het water.
Dit inspiratie voor dit gedicht komt uit een moment dat Inge in de natuur is. Vanaf een hoger punt staat ze naar een beekje te kijken en dat beekje leert haar een les. In de eerste en in de derde strofe beschrijft ze op een mooie manier wat ze ziet, ze beschrijft wat het water doet en wat de kenmerken van dat doen zijn. In de tweede strofe beschrijft ze haar verwondering over dat wijze water en ze zegt dat er lessen uit het aanschouwen van de natuur gehaald kunnen worden (een dag van schoolgaan van het oog).
In de vierde strofe komt er een diepere laag van wat dat water doet naar boven. Het water is gewillig en het wijkt als dat moet, maar het houdt ook vol waarmee het begon en het blijft stromen. Het water is rustig en neemt de tijd (als heeft het de tijd) en tegelijkertijd is het bruisend en levendig (of het pas is ontsprongen).

Dit gedicht is een religieus gedicht. Het water dat blijft stromen komt al is het via een lange en kronkelige weg toch bij haar eindpunt. Dit gedicht spreekt het verlangen van Inge uit om ook haar weg, haar leven vol bochten (soms ook bochten die je niet begrijpt) te volgen en in alle rust te leiden en uit handen te geven.
Het water is wijs, het is rustig, het is kalm en tegelijkertijd stroomt het, maar het vervolgt haar weg tot ze bij het eindpunt aankomt!

Xx.
MsEsj

zaterdag 19 maart 2011

40 dagen tijd - dag 13

Een stukje van Phil Bosman uit: 'Leven is de moeite waard'.

Je hart voeden met vrede

Vrede wordt mogelijk,
waar mensen in vrede leven
met zichzelf.
Vrede woont in te'vrede'nheid!
Vrede begint, waar hebzucht,
haat en begeerte verdwijnen.

Je hart voeden met vrede.
Ademhalen
op de getijden van het leven.
Alle kleine en grote oorlogen
van elke dag beëindigen.
Alle geweld in je binnenste doden
en plaats maken voor verzoening.

Je hart voeden met vrede.
Dat is een diepe,
bewonderende eerbied opbrengen
voor alles wat kwetsbaar is,
broos en zwak.
Alle ontluikend leven
met tedere zorg omringen en
beschermen
en stil worden om wat mooi is
en gelukkig maakt.















Er kan geen vrede in de wereld zijn,
als er geen vrede is in je hart.

zaterdag 12 maart 2011

40 dagen tijd - dag 6

Een meditatieve uitspraak van Frère Rogier (Taizé) van 5 maart, uit zijn boekje 'Vrede in je hart'.

In elk mensenleven komt er een periode waarin we spiritueel droog staan. Maar ook dan zal God niet nalaten om naar ons op zoek te gaan. En wij ontdekken Hem als het ware opnieuw. Ja, zelfs als we Hem afwijzen, dan weigert Hij nooit om ons op onze levensweg te vergezellen. Zoals de amandelboom tot bloei komt in het lentelicht, zo brengt hij zelfs de woestijn van de ziel tot bloei.

woensdag 9 maart 2011

40 dagen tijd - dag 3 - biddag

Een uitspraak van C.S. Lewis

Het gebed dat aan alle gebeden voorafgaat, is: 'Geef dat het de ware ik is die spreekt. Geef dat het de ware U is met wie ik spreek.'

zaterdag 5 maart 2011

Augustinus

ik ben bezig met een aantal stukken te lezen uit 'de stad van God' van Augustinus. In dit bericht volgen een aantal stukjes die me aanspraken.


"Het 'eindpunt' van ons goed is namelijk datgenen omwille waarvan de andere dingen moeten worden nagestreefd, terwijl het zelf omwille van zichzelf moet worden nagestreefd" (...) Met het eindpunt van het goede bedoelen we hier dus niet het punt waarop het goede verloren zou gaan, zodat het niet meer zou zijn, maar het punt van zijn voltooiing, waarop het volmaakt zou worden." (Boek XIX, blz. 931)

"Neen, ik blijf bij dit leven, dat wij kennen, waarin wij ons nog bevinden, waarvan wij, hoeveel verorderingen we ook maken, tijdens ons hele verblijf daarin niet ophouden de bekoringen te ondergaan, ik mag wel zeggen: de ene, voortdurende bekoring die het is: wie zou onder woorden kunnen brengen wat er aan blijken van Gods goedheid jegens het menselijk geslacht in dit leven al te vinden is? " ( Boek XXII, blz. 1172)

"Na dit tijdperk zal God als op de zevende dag rusten, doordat Hij die zevende dag - die wij zullen zijn -  in zichzelf, in God, zal doen rusten. (...) Daar zullen wij rusten en zien, zullen wij zien en liefhebben, zullen wij liefhebben en lofprijzen. Dat is wat er op het einde zonder einde zal zijn. Want welk ander einde is er voor ons dan het bereiken van dat koninkrijk, dat nooi een einde vindt?" (Boek XXII, blz. 1201)