Ik kijk door 't raam en zie de wolken drijven,
en ongewild gaan mijn gedachten mee
ver weg, ver weg. Ik wil hier niet meer blijven,
ik wil de bergen zien, de bossen en de zee;
'k wil dat de wind mijn haren zacht zal strelen;
en dat de zon mij als een minnaar kust;
ik wil mijn tranen met de regen delen,
'k wil dat de nacht naast mij op't kussen rust.
Ik wil alleen zijn met de stille bomen,
de bloemen storen mijn gedachten niet;
ik wil de dromen van de bergen dromen,
en zingen in een juichend vogellied.
Ik wil gelukkig langs de paden zwerven,
ik wil vergeten al mijn grauw verdriet,
en eindelijk weer de stille rust verwerven
een kind van God te zijn - en anders niet....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten