dinsdag 21 september 2010

klein danklied

Een gedicht van Ad Besten (1923)


Gij hebt, o God, dit broze
bestaan gewild,
hebt boven 't nameloze
mij uitgetild, -


laat mij dan dankbaar leven
de volle tijd, 
geborgen in de beven -
de zekerheid,


dat ik niet uit dit smal en
onvast bestand
van mijn bestaan zal vallen
dan in Uw hand. 

zaterdag 18 september 2010

Een boom in de wind

Een gedicht van Nel Benschop uit de bundel: een boom in de wind


Laat mij, o God, een boom zijn in Uw tuin:
de wortels in de aarde, maar de takken
omhoog, om zo de hemel vast te pakken, 
en recht de stam, en bloemen in de kruin. 


Laat mij een schaduw en een schuilplaats zijn,
en laat mij recht staan, als Uw stormen loeien. 
Laat, Heer, mij langzaam naar Uw hemel groeien,
en laat mij wuiven in Uw zonneschijn. 


Ik bid U ook, Heer, dat Gij vruchten vindt
wanneer de tijd van oogsten is gekomen;
Uw levenssappen moeten door mij stromen -
laat mij een boom zijn, ruisend in Uw wind. 


zaterdag 11 september 2010

stemmen

Een gedicht van H. Marsman (1899-1940) 'Paul Robeson zingt' (vier stemmen en de stem van Christus)


mijn hart is zwart
mijn hart is rood
mijn hart is hard
mijn hart is dood
                                  maar ieder hart...
mijn hart is dood!
                                  maar ieder hart...
mijn hart is rood!
                                  maar ieder hart...
                                  't zij hard of dood
                                  of zwart of rood
                                  wordt wit in Mijnen Dood. 

Temptation

Zomaar een regel uit een Engels toneelstuk van T.S. Eliot " Murder in the cathedral"


"To do the rigth deed for the wrong reason"










Thomas Becket, een heilige in de Rooms-katholieke kerk
____________________________________________________________
De hoofdpersoon van dit toneelstuk 'Thomas Becket' krijgt te maken met 'tempters' die zijn hart verleiden. De laatste 'temptation' is de zwaarste. Hij wordt verleid om (bewust) de nederigste te zijn zodat hij wanneer hij als martelaar zal sterven, verhoogt zal worden in het koninkrijk van God. 
Maar het goede doen vanuit de gedachte om er zelf beter van te worden, is dat goed?


Met welke reden doe ik 'mijn goede daden'? 
Weet ik dat die daden goed zijn? Ben ik me er van bewust dat ik (!) ze doe?
Als dat zo is zijn die 'goede' daden dan zo goed nog wel?
Worden die goede daden dan niet gedaan met het oog op eer (eer die je krijgt van de mensen of van God)?
Want als ik me er goed van bewust ben dat ik een goede daad doe, is dat dan geen hoogmoedigheid
(of nep nederigheid)?


Laat ik maar aan God vragen of Hij het knelpunt wil aanpakken: mijn onzuivere hart. 




Xx.
MsEsj

donderdag 2 september 2010

Gebed om taal

Een gedicht van Jaap Zijlstra uit de bundel: een zon die nacht en nevel overwint


Gij Die ons adem geeft en oren,
Die Zelf de Schepper zijt 
van klanken in de keel,
Die ons een naam geeft,
Heer, wij zijn geboren
om op te staan
en onze stem te verheffen:
een klacht, een lied,
een lofprijzing, een bericht. 


Wij bidden in een tijd
van harde woorden
en van harde feiten
om tederheid van taal,
warmte van stem,
een plek om stil te zijn,
een plaats om op verhaal te komen. 


Gij Die ons
het Woord hebt gegeven, uw Zoon,
behoed ons voor de dode letter,
want Hij is opgestaan. 


Om de lieve vrede
geef ons denkers en dichters, 
een spraakmakende gemeente,
dienaars van woorden. 
minnaars van taal. 


En laat ons sprekend
op U lijken.